De hand en pols worden veelvuldig gebruikt. In onze praktijk behandelen we daardoor veel hand- en polsklachten. De hand bestaat uit een groot aantal beenderen, spieren, pezen en banden. De beenderen zorgen ervoor dat uw hand en pols erg beweeglijk zijn. Langs de pols lopen zenuwen naar de hand om daar onder andere voor het gevoel van de vingertoppen zorgen. Beklemming van deze zenuwen kan leiden tot tintelingen, doofheid en soms krachtverlies. Net als bij de elleboog en onderarm wordt dit vaak veroorzaakt door repeterende bewegingen met een kleine bewegingsuitslag zoals langdurig computerwerk. Een beperkte beweeglijkheid
Bij hand- en polsklachten na een val op een uitgestrekte hand kunnen de beenderen en/of de banden in de hand beschadigd raken. Om de meer ernstige klachten uit te sluiten kan het dan zinnig zijn om een röntgenfoto te laten maken en moet er onderzocht worden of de banden niet teveel beschadigd zijn geraakt. Dit kan namelijk vroegtijdig tot artrose leiden.
Een veel gehoorde term bij hand- en polsklachten is het carpaal tunnel syndroom. Hierbij is er overmatige druk op de zenuw die vanaf de pols de handpalm in loopt waardoor deze verstokt raakt van voeding. Klachten hierbij zijn pijn in de handpalm/pols, krachtsverlies bij knijpen en tintelingen in met name de duimmuis. Operatie door een chirurg heeft hierbij matig tot slecht resultaat maar is helaas vaak wel de gekozen interventie. Het terugwinnen van de souplesse van de pols en onderarm spieren maakt in veel gevallen operatie overbodig en heeft op langere termijn een veel beter resultaat.